De bronnen van waarden
- Ouders en opvoeders
- Familie
- School
- Vrienden
- Idolen (sport, muziek, …)
- Kerk of religie
- Woonomgeving
- Cultuur
- Economische situatie
- Hobby’s
- Media
- …
De vier ontwikkelingsperioden
Je waarden (en overtuigingen) creëer je in grote lijnen in 4 perioden van je leven.De imprintperiode loopt vanaf je geboorte totdat je ongeveer 7 jaar oud bent. Gedurende deze tijd leer je grotendeels onbewust van je ouders.
De modelleerperiode loopt van je 7de tot je 14de jaar, je kopieert dan o.a. bewust en onbewust je vrienden (modelleren). Sommige van je belangrijkste waarden, de kernwaarden zijn al gevormd voordat je 10 jaar bent.
De socialisatieperiode ligt tussen je 14e en 21ste jaar. Tijdens deze periode leer je de waarden die op je relaties invloed hebben.
In de werksocialisatieperiode neem je de waarden over die gelden in het bedrijf of de organisatie waar je werkzaam bent (zeker bij sterk waardegestuurde organisaties zoals het leger).
Je omgeving speelt een belangrijke rol, dat begint al zodra je als baby ter wereld komt. Je vader en je moeder (of je directe opvoeders) spelen de grootste rol in de programmering van je eerste waarden. Je ouders drukten voortdurend hun waarden uit door je te vertellen wat je wel en niet mocht doen, zeggen en geloven.
Voorbeelden van waarden
- Betrokkenheid
- Geloof
- Gezondheid
- Idealisme
- Integriteit
- Intimiteit
- Liefde
- Macht
- Nieuwsgierigheid
- Onafhankelijkheid
- Relatie
- Respect
- Resultaten
- Samenwerking
- Status
- Succes
- Veiligheid
- Vertrouwen
- Vrede
- Vreugde
- Vriendschap
- Vrijheid
- Zekerheid
- …
De belangrijkste gebieden (contexten) in ons leven
- Familie
- Relaties
- Werk en carrière
- Gezondheid en vitaliteit
- Persoonlijke groei en ontwikkeling
- Spiritualiteit