We nemen de buitenwereld waar via onze zintuigen. Via een intern proces worden de zintuiglijke waarnemingen omgezet in externe gedragingen. Dit proces (van waarneming tot gedrag) wordt weergegeven in het NLP communicatiemodel.
Het NLP Communicatiemodel is een model dat onder andere antwoord geeft op de vraag: "Hoe nemen we waar en hoe reageren we op de buitenwereld?" .
Per seconde komen er miljoenen bits aan data aan informatie op ons of. Ons brein filtert deze data door 3 onbewuste processen, namelijk: weglaten, vervormen en generaliseren.
Op basis van onze waarneming en de onbewuste filtering van deze informatie vormen we een interne voorstelling, oftewel een gedachtepatroon. Deze interne voorstelling is opgebouwd uit beelden, geluiden, gevoelens, interne dialoog (woorden die je tegen jezelf zegt), geur en smaak. De interne voorstelling en de fysiologie (onder andere houding en biochemische processen) hebben een belangrijke wisselwerking met elkaar. Hieruit ontstaat de stemming en de stemming stuurt uiteindelijk het gedrag en het resultaat.
Vanuit dit model heeft ieder mens dus een unieke waarneming (perceptie) van de wereld. De werkelijkheid (het gebied) bestaat uit veel meer informatie dan we bewust waarnemen. Onze interne voorstelling kan onmogelijk de werkelijkheid bevatten. Dit wordt door Alfred Korzybski in zijn boek Science and sanity (1933) ‘de kaart is niet het gebied’ genoemd.
Voordat de interne voorstelling tot stand komt wordt de informatie vanuit de buitenwereld gefilterd.
Op onbewust niveau wordt een keuze gemaakt welke prikkels doordringen tot de interne voorstelling en welke niet. We filteren de informatie op basis van ons begrip van tijd en ruimte, materie en energie, ons taalvermogen, onze herinneringen, beslissingen, metaprogramma’s, waarden, overtuigingen en attitudes.
De onbewuste filters
In het NLP communicatiemodel zien we de volgende filters:
- Tijd en ruimte
- Materie en energie
- Taal
- Herinneringen
- Beslissingen
- Metaprogramma’s
- Waarden en overtuigingen
- Attitudes
Tijd, ruimte, materie en energie
De filters tijd & ruimte en materie & energie zijn één van de meest onbewuste filters. Einstein heeft in zijn speciale relativiteitstheorie(*) aangetoond dat deze begrippen zeer relatief zijn en dus per situatie wisselende waarden hebben.
Een voorbeeld die deze theorie inzichtelijk maakt, is het voorbeeld van een trein die 100 km per uur voorbij een perron rijdt waarop een persoon stil staat. Deze persoon ervaart de trein als een zeer snel bewegend voorwerp. Voor een tweede waarnemer die in een andere trein zit die gelijktijdig over een ander spoor met dezelfde snelheid met deze trein meerijdt, zal het lijken of de andere trein stilstaat. Voor deze waarnemer zal het lijken alsof de persoon op het perron, het perron en de rest van de omgeving zich met een snelheid van 100 kilometer in tegenovergestelde richting verplaatsen. Met deze theorie toonde Einstein de betrekkelijkheid van de zintuiglijke waarneming aan en gaf hiermee antwoord op de vraag of de voorstellingen en gedachten die door de zintuiglijke waarnemingen worden opgeroepen wel een volledig en getrouw beeld vormen van de werkelijkheid.
Ondanks dat we de begrippen als tijd, ruimte, materie en energie in meetbare eenheden kunnen weergeven zal de échte beleving hiervan steeds per persoon verschillen. Slechts om het meetbaar te maken heeft de mens er logische eenheden van gemaakt, waarna veel mensen ervan uitgaan dat de beleving van deze begrippen per persoon dus ook dezelfde zouden moeten zijn. Niets is minder waar.
Zo kan het zijn dat verschillende personen een verschillende beleving hebben van bijvoorbeeld een uur. Ook is het mogelijk dat als we verschillende mensen in dezelfde ruimte plaatsen dat zij deze ruimte op een andere manier ervaren.
Ditzelfde geldt natuurlijk voor materie. Als voorbeeld kunnen verschillende mensen op een verschillende manier de structuur van een stof ervaren.
Veel mensen ervaren dat zij op een verschillende manier energie voelen. Energie is bijvoorbeeld het gevoel dat we krijgen bij stralingsenergie (kou/warmte), voortstuwingsenergie (snelheid), zwaartekrachtenergie (springen/vallen), BioGeometrie etc.
Taal
Met taal bedoelen we het vermogen om externe gebeurtenissen te structureren en er betekenis aan te geven. Net als de andere filters helpt taal ons om structuur te geven aan de veelheid aan informatie die op ons afkomt. We kunnen betekenis geven aan de wereld omdat we het vermogen hebben taal te gebruiken. Feitelijk stuurt onze taal onze waarneming. Hoe groter het taalvermogen, hoe meer nuanceringen iemand kan aanbrengen in de structurering van de buitenwereld.
Zo zal een kind dat net leert praten alle soorten auto’s weergeven met het woord auto of iets wat daarop lijkt. Pas later leert het kind het begrip auto onder te verdelen in meerdere variëteiten als vrachtauto, raceauto, etc.
Het is bekend dat indianen meer dan 70 woorden hebben om de kleur groen te definiëren. Ze kunnen daardoor meer verschillende kleuren groen onderscheiden dan de gemiddelde westerse mens.
Hoe belangrijker verschijnselen in een bepaalde cultuur zijn, hoe meer verschillende woorden er zijn om deze zaken weer te geven en hoe meer onderverdelingen van deze zaak er in woorden kunnen worden gemaakt.
Herinneringen en beslissingen
Je gedrag in het nu wordt o.a. bepaald door je herinneringen en beslissingen uit het verleden. Om betekenis te geven aan alle informatie die op ons afkomt, koppelen we deze informatie aan datgene wat we eerder hebben ervaren. Bovendien houden we ons wereldmodel (onze waarheid) in stand door de besluiten die we over onszelf en de wereld hebben genomen aan de hand van die ervaringen. Zo kan bijvoorbeeld regen (de ervaring) gemakkelijk worden tot slecht weer (beslissing) en zon tot goed weer.
Ieder persoon filtert dus op zijn eigen manier informatie, onder andere op basis van herinneringen en beslissingen. Daardoor zullen 2 mensen een verschillende voorstelling van zaken geven terwijl ze precies hetzelfde hebben meegemaakt. Ze laten ieder voor zich dingen weg en ze vervormen en generaliseren de situatie op basis van de eigen, unieke herinnering en beslissingen.
Metaprogramma’s
Metaprogramma’s zijn stijlen van waarnemen en vormen een van de meest onbewuste filters. Ze zorgen er net als de andere filters voor waar we aandacht aan besteden. Metaprogramma’s zijn inhoudsvrij en worden ook wel sorteerstijlen genoemd omdat ze ervoor zorgen hoe we informatie sorteren.
Waarden en Overtuigingen
Waarden zijn die zaken die je belangrijk vindt in het leven. Ze motiveren je vooraf om te doen wat je doet en achteraf evalueren ze hoe tevreden je bent met het resultaat. Waarden sturen waar jij in je waarneming aandacht aan besteedt. Ze sturen ieder moment van de dag op onbewust niveau en je kunt je er bewust van worden. Zo zal iemand die de waarde respect in zijn (onbewuste) waardenhiërarchie heeft staan, het eerder opvallen dat hij niet respectvol behandeld wordt dan iemand die deze waarde niet heeft of minder belangrijk vindt. En zo zal iemand die gezondheid in zijn waardenhiërarchie heeft staan eerder bereid zijn om gezond te eten en te bewegen dan iemand die deze waarde niet heeft of minder belangrijk vindt.
Overtuigingen zijn conclusies die we onder andere uit ervaringen en gebeurtenissen trekken. Het zijn generalisaties waarvan we geloven dat ze waar zijn. Het zijn krachtige werkingsmechanismen die onze waarneming over onszelf en de wereld ieder moment van de dag sturen en ons model van de wereld in stand houden. Onze overtuigingen kunnen ons bekrachtigen maar ook beperken.
Iemand die bijvoorbeeld herinneringen heeft van momenten dat hij niet zo goed uit zijn woorden kwam tijdens het spreken in het openbaar en daarover (beperkende) overtuigingen heeft gecreëerd, zal zich waarschijnlijk niet zo gemakkelijk als eerste melden voor het doen van een toespraak. Iemand die zich een aantal momenten herinnert dat hij succesvol was in het spreken in het openbaar zal het in het hier en nu makkelijker vinden om een toespraak te houden.
De beslissingen die we ooit hebben genomen, hebben vaak niet eens zoveel met de eigenlijke gebeurtenis te maken maar veel meer met de manier waarop we die gebeurtenis aan onszelf hebben weergegeven en er betekenis aan gegeven hebben
Attitudes
Attitude is een ander woord voor houding. Een (onbewuste) manier waarop je op situaties reageert. Attitudes zijn gekoppeld aan waarden en overtuigingen. Een attitude is een geheel aan waarden en overtuigingen in een bepaalde context.
7 +/- 2
De psycholoog George Miller heeft in het artikel The magical number 7 plus or minus 2 (1956) aangetoond dat we in staat zijn per seconde tussen de 5 en 9 eenheden aan informatie bewust te verwerken. Deze informatie eenheden kunnen variëren in grootte en bevatten vele bits aan data.
Bijvoorbeeld bij het proces van het leren autorijden zal bij de eerste rijles het besturen van de auto als verschillende losse eenheden worden ervaren. Denk hierbij aan het sturen, gas geven, remmen, schakelen en het kijken in de spiegels. Later, als we onbewust bekwaam zijn (4 staps leerproces) zullen we het besturen van de auto meer als een eenheid ervaren.