Bij zintuiglijke scherpzinnigheid gaat het om het observeren van de zintuiglijke waarneembare veranderingen zonder dat er sprake is van interpretaties. Het interpreteren van een waarneming of gedrag noemen we gedachtelezen (mindreading). Bij gedachtelezen geven we betekenis vanuit ons eigen model van de wereld aan het gedrag van een ander zonder dit, op dat moment, te verifiëren bij deze persoon.

Voorbeeld: Stel dat jouw gesprekspartner zijn wenkbrauwen fronst. Je kunt denken dat dat betekent dat hij jouw uitspraak in twijfel trekt. In dat geval raad je naar de gedachte van de gesprekspartner, zonder dat je je ervan bewust bent dat het fronzen van de wenkbrauwen ook een andere betekenis kan hebben. Hij kan zijn wenkbrauwen fronzen omdat hij zich goed concentreert op wat je zegt.

Vooronderstellingen zijn vaak aangenomen overtuigingen die impliciet in taal aanwezig zijn. Uitspraken kunnen gebaseerd zijn op waarneembare feiten of onze subjectieve interpretaties van deze waarneembare feiten.

Als iemand zegt: Joost loopt weg als ik binnenkom dat betekent dat hij mij niet mag, dan is het de vraag of dat wel waar is. Het kan ook betekenen dat Joost zich schaamt of dat hij de persoon niet gezien heeft. Wij koppelen betekenissen aan waarnemingen en nemen die aan als waarheid. We maken van onze subjectieve beleving absolute waarheden.

Bij gedachtelezen (mindreading) vullen we de gedachten van anderen in. We maken een verbinding van het gedrag van de ander en onze betekenis, zonder te beseffen of na te gaan wat de betekenis van de ander daadwerkelijk is. We koppelen onze overtuiging aan het gedrag van een ander, zonder te realiseren dat er ook sprake van een andere overtuiging kan zijn.

Voorbeeld: Als ik nerveus ben dan ga ik lachen. Dus als anderen lachen, zijn ze nerveus!