Metaprogramma’s zijn onbewuste voorkeuren van waarnemen, denken en reageren. Ze worden ook wel sorteerstijlen genoemd omdat ze bepalen hoe we informatie sorteren en waar we aandacht aan besteden. Per seconde komen er miljoenen bits aan data op ons af. Ons brein filtert deze data door onder andere veel informatie weg te laten. De metaprogramma’s zijn hierin misschien wel het meest onbewuste filter.

Metaprogramma’s zijn de onbewuste stuurcodes van ons gedrag, onze interne processen en onze interne staat (stemming). Zij geven informatie over hoe wij waarnemen, hoe wij onze aandacht richten en hoe wij de informatie die wij krijgen filteren en verwerken.

Het zijn inhoudsvrije filters die op een diep onbewust niveau liggen. Zij filteren onze perceptie zonder rekening te houden met de inhoud. Metaprogramma’s worden vroeg gevormd en staan vanaf het derde levensjaar voor het grootste deel vast.

Omdat metaprogramma’s je onbewuste voorkeurenstijl van denken en reageren zijn, ga je er onbewust vanuit dat anderen dezelfde metaprogramma’s hebben en dat zij op dezelfde manier denken en handelen. Via taal en gedrag kunnen we bewust worden van de metaprogramma’s. Metaprogramma’s zijn stress en context gebonden. Er kunnen veranderingen optreden in het gebruik van de metaprogramma’s wanneer de context wijzigt of stress toe- of afneemt.

Wanneer mensen groeien en zich ontwikkelen en hierdoor meer keuzemogelijkheden creëren, zie je vaak een verschuiving in het gebruik van de metaprogramma’s.

Proces (structuur) vs inhoud

Een belangrijk kenmerk is dat metaprogramma’s ons informatie geven over het proces en niet over de inhoud. Zij vertellen ons hoe mensen hun aandacht richten en informatie filteren.

Bewust worden van de metaprogramma's

Als jij je bewust bent van jouw metaprogramma’s en die van anderen, vergroot jij de effectiviteit van je communicatie. Het biedt je:
• Een beter zicht op hoe mensen informatie verwerven en verwerken.
• Een richting waarin je mensen kunt uitnodigen om keuzemogelijkheden te vergroten.
• Een prettige manier om rapport te maken, het vergroot je mogelijkheden om te volgen en te leiden.
• Een doeltreffend instrument om in het (eerste) contact met groepen en mensen ook daadwerkelijk contact te maken.
• Een beter inzicht in hoe jij contacten aangaat, hoe jij je informatie aanbiedt en hoe jij kunt aansluiten bij het wereldmodel van de ander.

Het ontstaan van de metaprogramma's

Al sinds de oudheid probeert de mens metaprogramma’s te begrijpen. Zo definieerde Hippocrates al in 400 voor Christus 4 temperamenten op grond van zijn observaties.

In 1923 publiceerde Carl Jung het boek Psychologische Typen. Het boek was gebaseerd op zijn ervaringen met honderden patiënten en het was een poging om zijn patiënten in categorieën onder te brengen en hun gedrag vanuit hun persoonlijkheid te voorspellen. Jung definieerde 3 paren categorieën waarbij het ene lid van het paar boven het andere lid de voorkeur zou hebben. De 3 categorieën waren:

  1. Extravert of introvert type
  2. Sensor of intuitor type
  3. Thinker of feeler type

Een extravert type ontleent zijn energie aan het contact met de externe wereld, terwijl een introvert type zichzelf oplaadt door tijd voor zichzelf te nemen.
Een sensor type betrekt informatie via zijn zintuigen, terwijl
Een intuitor type meer op zijn instincten en intuïtie vertrouwt om de informatie te verkrijgen.
Een thinker type neemt zijn beslissingen op logische gronden, terwijl
Een feeler type op grond van zijn gevoel beslissingen neemt.

In de jaren ’40 bouwden Isabel Briggs Myers en Katharine C. Briggs voort op het werk van Jung en voegden er een vierde categorie aan toe. Deze 4 categorieën staan nu bekend als de Myers-Briggs Type-indicator (MBTI), één van de meest gebruikte profielgereedschappen die momenteel in omloop zijn.

  1. Judger of Perceiver type

Een judger type zal proberen om de omgeving aan zichzelf aan te passen, terwijl
een perceiver type de wereld zal proberen te begrijpen en zich aan de wereld aan te passen. Hierin spelen tijd en aanpassing aan omgeving een belangrijke rol.

Metaprogramma’s werken op een glijdende schaal. Dat betekent dus dat je niet óf het één óf het ander gebruikt, maar dat je ergens tussen beide opties in zit. Je bent dus niet alleen maar een introvert type of alleen maar een extravert type. Ergens tussen beide ligt jouw voorkeur. Waar? Dat is sterk afhankelijk van de situatie waarin je op dat moment verkeert. Je voorkeuren kunnen in elke situatie namelijk anders zijn.

In onderstaand model zie je de 3 componenten: extern gedrag, intern proces en interne staat. Deze 3 componenten corresponderen met de onderscheidingen die Jung maakte. Isabel Myers Briggs voegde hier een vierde onderscheiding aan toe, namelijk

MBTI
  • Extern gedrag: Extravert of introvert type
  • Intern proces: Sensor of intuitor type
  • Interne staat: Thinker of feeler type
  • Adaptatie operator: Judger of perceiver type

Extern gedrag

Extern gedrag is wat we doen of in ons gedrag laten zien als gevolg van het interne proces en de interne staat. Van invloed op het externe gedrag is in eerste instantie of iemand een introvert of extravert type is.  Je kunt erachter komen door te vragen:

"Als het tijd is jezelf op te laden, hoe doe je dat? Geef je er dan de voorkeur aan om met mensen te zijn (E) of om alleen te zijn (I)?”

Intern proces

Intern proces geeft aan hoe we iets doen. Als iemand zijn strategieën verandert dan zullen deze interne processen veranderen. Je kunt erachter komen door te vragen:

"Wanneer je een object gaat bestuderen, zou je dan uitsluitend geïnteresseerd zijn in de feiten en de toepassing in het hier en nu (S) of zou je meer geïnteresseerd zijn in de ideeën en de relatie tussen de feiten en hun toepassing in de toekomst (N)?”

Interne staat

Interne staat (stemming) staat voor de emoties die iemand ervaart. Onze stemmingen geven aan waarom we iets doen. Door het veranderen van onze onbewuste filters verandert onze interne staat. Je kunt erachter komen door te vragen:

"Als je een beslissing neemt, vertrouw je dan meer op onpersoonlijke rede en logica (T) of meer op persoonlijke waarden (F)?”

Adaptatie operator

De adaptatie operator of de aangepaste reactie is de reactie die iemand verwacht te gaan geven op het moment dat iets wel of juist niet gebeurt. Het wordt gekenmerkt door wat als. Van invloed hierbij is bijvoorbeeld of iemand in opties denkt of juist in procedures.
Je kunt erachter komen door te vragen:

"Wanneer je samen met anderen aan een project gaat werken, zou je er dan de voorkeur hebben voor een uitgewerkt en gedetailleerd plan (J) of geef je er de voorkeur aan flexibel met dit project om te kunnen gaan (P)?”

Profielen

ESTP
Aardig, zich snel aanpassend en actiegericht. Doeners met het vizier op snelle resultaten. Zij leven in het hier en nu en zijn risiconemers met een snelle levensstijl. Ongeduldig wanneer hen iets te langzaam wordt uitgelegd. Uitzonderlijk loyaal ten opzichte van hun gelijken maar hebben gewoonlijk weinig respect voor wetten en regels als die hen in de weg staan om iets gedaan te kunnen krijgen. Kunnen zeer goed met mensen omgaan.

ESFP
Gericht op mensen en houden van plezier maken. Zij maken situaties leuk voor anderen door hun plezier. Leven voor het moment, ze houden van nieuwe ervaringen. Ze houden niet van theorieën en onpersoonlijke analyses. Geïnteresseerd in het dienen van anderen. Waarschijnlijk zijn zij het middelpunt van aandacht in sociale situaties. Ze zijn goed ontwikkeld, hebben gezond verstand en bezitten veel praktische vaardigheden.

ESTJ
Praktisch, traditioneel en georganiseerd. Niet geïnteresseerd in theorieën of abstractie tenzij ze er het praktische nut van inzien. Hebben een duidelijke visie over hoe dingen zouden moeten zijn. Loyaal en harde werkers. Hebben het graag voor het zeggen. Uitzonderlijk capabel in het organiseren en runnen van activiteiten. Ze worden gezien als goede burgers die veiligheid en een vredig bestaan waarderen.

ESFJ
Goedhartig, populair en gewetensvol. Hebben de neiging om de behoeften van anderen boven die van zichzelf te plaatsen. Sterk gevoel voor verantwoordelijkheid en plicht. Hechten waarde aan tradities en veiligheid. Geïnteresseerd in het dienen van anderen. Hebben positieve bevestiging nodig om een goed gevoel over zichzelf te hebben. Goed ontwikkeld gevoel voor ruimte en functie.

ENFP
Enthousiast, idealistisch en creatief. Kunnen bijna alles wat hen interesseert. Zij hebben uitstekende vaardigheden om met mensen om te gaan. Willen hun leven leiden in overeenstemming met hun innerlijke waarden en normen. Ze worden snel enthousiast van nieuwe ideeën maar vinden details saai. Open minded en flexibel, met een breed scala aan interesses en vaardigheden.

ENTP
Creatief, vindingrijk en intellectueel snel schakelend. Goed in een breed scala van dingen. Genieten van debatteren en willen het graag net iets beter doen dan een ander. Ze worden snel enthousiast van nieuwe ideeën en projecten maar zouden de routinematige aspecten van het leven liever willen verwaarlozen. Gewoonlijk openhartig en assertief. Zij houden van mensen en zijn stimulerend gezelschap. Uitstekende vaardigheden om concepten te begrijpen en logica toe te passen om oplossingen te vinden.

ENFJ
Populair en gevoelig, met uitstekende vaardigheden om met mensen om te gaan. Naar buiten toe gericht, met oprechte belangstelling voor hoe anderen denken en voelen. Houden er gewoonlijk niet van om alleen te zijn. Zij zien alles vanuit een menselijk perspectief en houden niet van onpersoonlijke analyses. Uiterst effectief in het omgaan met persoonlijke onderwerpen en het leiden van groepsdiscussies. Geïnteresseerd in het dienen van anderen en stellen het belang van anderen vermoedelijk boven dat van zichzelf.

ENTJ
Assertief en openhartig, worden gedreven tot leiderschap. Ze bezitten goede vaardigheden om moeilijke organisatorische problemen te begrijpen en ze bedenken degelijke oplossingen. Intelligent en goed geïnformeerd, zijn gewoonlijk erg goed in spreken in het openbaar. Zij hechten belang aan kennis en kunde en kunnen gewoonlijk weinig geduld opbrengen voor inefficiëntie en ongeorganiseerdheid.

ISTP
Rustig en gereserveerd, geïnteresseerd in hoe en waarom dingen werken. Uitstekende vaardigheden met mechanische apparaten. Risiconemers die leven voor het moment. Gewoonlijk geïnteresseerd en uitblinkend in extreme sporten. Ongecompliceerd in hun verlangens. Loyaal tegenover hun gelijken en hun eigen waarden, maar maken zich niet al te druk over wetten en regels als deze hen in de weg staan om iets gedaan te krijgen. Afstandelijk en analytisch, zij blinken uit in het vinden van oplossingen bij praktische problemen.

ISFP
Rustig, serieus, gevoelig en aardig. Houden niet van conflicten en doen niet graag dingen die gemakkelijk conflicten kunnen veroorzaken. Loyaal en trouw. Uitzonderlijk goed ontwikkelde intuïtie en esthetische waardering voor schoonheid. Niet geïnteresseerd in het leiden of controleren van anderen. Flexibel en open minded. Waarschijnlijk origineel en creatief. Genieten van het nu.

ISTJ
Serieus en rustig, geïnteresseerd in veiligheid en een vredig bestaan. Uiterst grondig, verantwoordelijk en betrouwbaar. Goed ontwikkelde concentratie. Gewoonlijk geïnteresseerd in de ondersteuning en het uitdragen van tradities en de gevestigde orde. Goed georganiseerd en een harde werker. Zij werken standvastig richting vastgestelde doelen. Ze kunnen gewoonlijk alles bereiken wat zij zich als doel hebben gesteld.

ISFJ
Rustig, aardig en gewetensvol. Er kan op hen vertrouwd worden om dingen te vervolmaken. Gewoonlijk maken zij hun behoeftes ondergeschikt aan die van anderen. Stabiel en praktisch, zij hechten waarde aan veiligheid en tradities. Goed ontwikkeld gevoel voor ruimte en functie. Rijke innerlijke wereld bij het observeren van mensen. Uitzonderlijk opmerkzaam voor andermans gevoelens. Geïnteresseerd in het dienen van anderen.

INFP
Rustig, reflectief en idealistisch. Geïnteresseerd in het dienen van de mensheid. Zij streven ernaar om hun leven te leiden in overeenstemming met goed ontwikkelde normen en waarden. Uitzonderlijk loyaal. Ze passen zich snel aan en zijn relaxed totdat een gekoesterde waarde wordt bedreigd. Gewoonlijk getalenteerde schrijvers. Kunnen snel schakelen en zien vaak mogelijkheden. Geïnteresseerd in het begrijpen en helpen van mensen.

INTP
Logisch, origineel en creatieve denkers. Kunnen erg enthousiast raken over theorieën en ideeën. Uitzonderlijk bedreven en gedreven om theorieën om te zetten in duidelijk begrijpelijke taal. Waarderen kennis, kunde en logica in hoge mate. Rustig en gereserveerd, moeilijk om goed te leren kennen. Individualistisch, hebben geen interesse in het leiden of volgen van anderen.

INFJ
Rustig, krachtig, origineel en gevoelig. Geneigd om vol te houden totdat iets klaar is. Uitzonderlijk intuïtief in de omgang met mensen en bezorgd om hun gevoelens. Goed ontwikkelde normen en waarden waaraan zij zich strikt houden. Zij worden gerespecteerd om hun doorzettingsvermogen het juiste te doen. Gewoonlijk zijn ze individualistisch, eerder leidend dan volgend.

INTJ
Onafhankelijk, origineel, analytisch en vastbesloten. Zij hebben een uitzonderlijk vermogen om theorieën te vertalen in solide plannen. Waarderen kennis, kunde en structuur in hoge mate. Gedreven om betekenis te geven aan hun visies. Lange termijn denkers. Hebben de lat hoog liggen wat betreft hun prestaties en die van anderen. Natuurlijke leiders maar volgen als zij vertrouwen hebben in al aanwezige leiders.