Een strategie is iets wat we intern doen wat tot een bepaald gedrag en resultaat leidt. strategie is de structuur achter hoe we de dingen doen die we doen.

Definitie

Een strategie is een interne en externe verzameling (in termen van volgorde en syntaxis) ervaringen die consistent een specifiek resultaat produceert.

We ontwikkelen strategieën van jongs af aan. Op jonge leeftijd voeg je al diverse interne en externe ervaringen samen en neem je bepaalde beslissingen. Later in je leven generaliseer je het proces dat je eerder had aangewend voor het maken van deze beslissingen, waarna je dit proces (onbewust) blijft gebruiken.

Al onze dagelijkse activiteiten worden gegenereerd en onderhouden door strategieën, zowel waar we succesvol in zijn als waar we niet succesvol in zijn.

Iedereen heeft dus strategieën maar slechts weinig mensen zijn zich ervan bewust dat ze telkens hetzelfde onbewuste patroon volgen met telkens hetzelfde resultaat.

Wat kunnen we met strategieën?

1. Ontdekken (eliciteren)
De eerste stap is om iemand zijn strategie te ontdekken door middel van het opvragen van informatie.
2. Bruikbaar maken (utiliseren)
De volgende stap is om de strategie bruikbaar te maken door de informatie terug te geven aan de persoon in de manier en volgorde zoals het was ontdekt.
3. Veranderen (ontwerpen)
De volgende stap is om dan in staat te zijn de strategie te veranderen. Om er veranderingen in aan te brengen zodat deze het gewenste resultaat produceert.
4. Installeren
We kunnen vervolgens een nieuwe strategie installeren als dat nodig is.

Componenten en elementen

Een strategie is een interne en externe verzameling ervaringen die consistent een specifiek resultaat produceert.
Al onze ervaringen bestaan uit een oneindige serie interne en externe representaties. Om met deze oneindige reeks om te gaan, is het nuttig deze in termen van resultaat te zetten. Met andere woorden: Welke strategie geeft welk resultaat?

Een strategie bestaat uit 2 componenten:
1. De elementen (VAKOG).
2. De volgorde van de elementen (reeks).

De elementen worden als volgt genoteerd:
VisueelAuditief tonaalKinesthetischAuditief digitaal
Ve = Visueel extern
Vi = Visueel intern
Vi h = Visueel intern herinnering
Vi c = Visueel intern constructie
Ate = Auditief tonaal extern
Ati = Auditief tonaal intern
Ati h = Auditief tonaal intern herinnering
Ati c = Auditief tonaal intern constructie
KE= Kinesthetisch extern (bv tast, aanraking)
Ki = Kinesthetisch intern (bv blije stemming)
Ki c = Kinesthetisch intern constructie
Ki h = Kinesthetisch intern herinnering
Ad e  = Auditief digitaal extern (praten)
Ad i = Auditief digitaal intern (interne dialoog)


Een herinnering is een weergave die wordt opgeroepen zoals hij destijds is waargenomen. Een constructie is een nieuwe weergave die uit verschillende aspecten van andere ervaringen wordt opgebouwd.

Symbolen voor de notatie:

strategienotatie

strategienotatievoorbeelden


Soms wordt in de notatie herinnering of constructie weggelaten. Dit gebeurt als het niet van belang is of als het niet duidelijk is. br> Bijvoorbeeld:
strategievoorbeeld



Strategie ontdekken - informeel

Als je op een informele manier iemand zijn strategie wil ontdekken, observeer en luister dan goed naar deze persoon. Het woord FOPTA is een handig ezelsbruggetje om bewust te blijven waar je allemaal op kunt letten om zoveel mogelijk informatie in te winnen.
F = Fysiologie
O = Oogbewegingen
P = Predikaten
T = Tonaliteit
A = Ademhaling