Iedere ervaring die we hebben is een samenstelling van zintuiglijke indrukken. Dit geldt voor het wandelen langs het strand, het boetseren van een beeld of het lezen van een boek. Zonder onze zintuigen kunnen we de wereld om ons heen niet ervaren. Deze externe informatie geven we op onze eigen manier weer aan onszelf in onze interne representaties. Vanuit daar communiceren we naar anderen.

Als we bovenstaande via het NLP communicatiemodel bekijken, kunnen we 3 belangrijke processen onderscheiden, namelijk:

1. Hoe we de wereld via onze 5 zintuigen waarnemen.
      • Gezichtsvermogen
      • Gehoor
      • Tastzin
      • Reukzin
      • Smaakzin

2. Hoe we deze informatie weergeven in onze interne representatie. Onze interne representatie is opgebouwd uit de 5 hoofdmodaliteiten (VAKOG) en taal.
      • Beelden (visueel)
      • Geluiden (auditief)
      • Gevoelens (kinesthetisch)
      • Geuren (olfactoir)
      • Smaken (gustatoir)
      • Taal (interne dialoog)

3. Hoe we onze interne representaties naar buiten brengen.
      • Fysiologie
      • Tonaliteit
      • Woorden

Representatiesystemen

Representatiesystemen zijn de verschillende manieren waarop we de waargenomen informatie aan onszelf weergeven en naar buiten brengen.

We kennen 5 primaire representatiesystemen (VAKOG) en 1 secundair representatiesysteem. De primaire representatiesystemen zijn gekoppeld aan onze zintuigen, het secundaire representatiesysteem heeft te maken met logica en de manier waarop we tegen onszelf praten.
  • V  Visuele representatiesysteem
  • AtAuditief tonale representatiesysteem
  • K  Kinesthetische representatiesysteem
  • Olfactorische representatiesysteem (reuk)
  • G  Gustatorische representatiesysteem (smaak)
  • AdAuditief digitale representatiesysteem

Voorkeur representatiesystemen

Uit onderzoek blijkt dat veel mensen een onbewuste voorkeur hebben voor het visuele, auditief tonale, kinesthetische of auditief digitale representatiesysteem. Het olfactorische en gustatorische representatiesysteem komen niet vaak voor als voorkeur.

Visueel (V)

Kenmerken van mensen met het visuele voorkeursysteem zijn:
      • Ademen vaak vanuit het bovenste deel van hun longen.
      • Hebben hun ogen vaak omhooggericht.
      • Praten vaak snel.
      • Gebruiken veel visuele woorden.
      • Onthouden en leren door te zien.
      • Zijn minder goed in het onthouden van verbale opdrachten.
      • Uiterlijk is voor hen belangrijk.
      • Zijn geïnteresseerd in jouw voorstel als het er goed uitziet.

Auditief Tonaal (At)

Kenmerken van mensen met het auditief tonale voorkeursysteem zijn:
      • Ademen vaak vanuit het midden van hun longen.
      • Bewegen hun ogen vaak (horizontaal) opzij.
      • Praten hardop tegen zichzelf.
      • Gebruiken veel auditief tonale woorden.
      • Kunnen auditieve informatie gemakkelijk herhalen.
      • Onthouden en leren door te luisteren.
      • Zijn snel afgeleid door geluiden.
      • Houden vaker van muziek.
      • Zijn gevoelig voor de tone of voice.
      • Zijn geïnteresseerd in jouw voorstel als het goed klinkt.

Kinesthetisch (K)

Kenmerken van mensen met het kinesthetische voorkeursysteem zijn:
      • Ademen vaak vanuit het onderste deel van hun longen.
      • Bewegen en spreken rustig.
      • Gebruiken veel kinesthetische woorden.
      • Zijn gevoeliger voor aanrakingen.
      • Onthouden en leren door te doen.
      • Zijn geïnteresseerd in jouw voorstel als het goed voelt.

Auditief Digitaal (Ad)

Kenmerken van mensen met het auditief digitale voorkeursysteem zijn:
      • Hebben geen specifieke fysiologische kenmerken zoals bij de andere systemen.
      • Gebruiken veel auditief digitale woorden.
      • Onthouden en leren door logica, procedures en volgordes.
      • Zijn geïnteresseerd in jouw voorstel als het klopt.